Nice to meet you: Chinese City Chengdu

Begin 2018 reisde Jasmijn Schrofer door China en kwam terecht in de Zuid Chinese miljoenen stad, Chengdu. Voor POM Magazine beschreef zij haar bijzondere ervaringen in het artikel- Nice to meet you: Chinese City Chengdu.

Een kapsel zegt iets over jezelf. Het geeft een indruk van wie je wilt zijn, wie je nu bent en soms wie je was. Bij het stratenplan van de Chinese miljoenen metropool Chengdu in de Zuidelijke provincie Sichuan, is het niet anders. Het wegennet van Chengdu valt op door de symmetrie en regelmaat van ringwegen en autobanen. Een strak geknipt logistiek werkje dat lijkt te zeggen: we willen de producten die we in onze fabrieken maken zo snel mogelijk uit onze stad hebben.
Tegelijkertijd omarmen al die ringwegen de kantoren en expats van een groot aantal Westerse en Aziatische multinationals. Wat me opviel in Chengdu, is dat niet alleen expats Engels spreken. Veel van de Chinese inwoners staan me te woord in goed verstaanbaar Engels en gaan graag een gesprek aan met een wildvreemde. Bij mijn zoektocht naar het Sichuan Museum vroeg ik de weg aan een vrouw van een jaar of veertig die stond te wachten op de bus. Zij kon mij in vloeiend Engels uitleggen welke route ik het beste kon nemen. Ik moest net als zij de bus nemen en reed dus een stukje met haar mee. Ik verbaasde me over haar vloeiende Engels. Ze legde uit dat ze als jonge vrouw veel in het buitenland had gereisd en begon te vertellen over haar reizen. Nadat ze een pauze liet vallen zei ze: “weet je, ik wil je uitnodigen om met mij en mijn familie het Moon Festival te komen vieren, dan praten we verder. Ik moet er namelijk de volgende halte al uit.” Via Wechat wisselden we elkaars contactgegevens uit. Ze heette Weiwei en gaf me een adres in de Fangcao district. Toen ik die avond in de buurt van het adres was hoorde ik een stem mijn naam roepen. Het was Weiwei. Ze zocht me, bang dat ik het niet vinden kon en ik liep met haar mee naar haar appartement.
De inrichting was praktisch en bestond meer uit boeken dan uit meubilair. Onder het genot van een kop thee, praatte ik met de 17 jarige dochter Sandy. Haar Engels was ook uitmuntend. Ze wilde net als vele jonge Chinezen, in Amerika gaan studeren. Ik vroeg of ik haar kamer mocht zien en daar vond ik een briefje op haar bureau geplakt. Er stond op: Work harder Sandy! Ze vertelde me dat haar dagbesteding bestond uit 10 uur school. Toen haar vader van werk thuis kwam gingen we aan tafel. Het toetje bestond uit de traditionele Mooncakes, een zoute custard in kruimelig deeg met gedroogde stukjes mango erin. Ter afsluiting van ons diner legden we een Mooncake bij het kleine huisaltaar, als offer voor boeddha. Van oorsprong werd tijdens het Moon Festival dank betuigd aan de goden voor de oogst. Nu is het voornamelijk een gelegenheid om samen te zijn met vrienden en familie om te genieten van een avondmaaltijd.

Middle class ambitie en oosterse traditie op een paar vierkante meter? Was dat exemplarisch voor Chengdu, vroeg ik me af. Een moderne wereldstad met wolkenkrabbers die tradities in ere houdt? Het is in ieder geval een stad die, ondanks zijn 10 miljoen inwoners, intiem en ontspannen is gebleven. Mensen nemen de tijd voor elkaar, ze leven in het moment en genieten. Veel Chinezen komen naar Chengdu puur en alleen om te eten. Veel gerechten bevatten de Sichuan peper, beroemd vanwege het verdovend effect en de anijsachtige smaak. Terrassen met lage tafels en krukken domineren het straatbeeld. En wat opvalt: nie-mand-eet-er-alleen! Dat komt denk ik ook door de hotpots: kokende bouillon met drijvende pepers in een pan die midden op tafel staat en waaruit iedereen het eten met stokjes prikt en daarna dipt in een eigen gemaakte marinade. Op een avond stond ik voor een willekeurig restaurant naar binnen te kijken toen een vrouw mij met gebaren uitnodigde om bij haar aan te schuiven. Ze haalde me over met de woorden dat ik niet in mijn eentje ‘van de cultuur kon proeven’. Ze hielp me een marinade te maken en legde mij met behulp van een handige app in het Engels uit wat alles was. We prikten en hapten tot we vol zaten. Ze stond erop dat ze mij trakteerde. Dit trakteren is me nog veel vaker overkomen. Het komt erop neer dat de gastheer of gastvrouw de eer heeft om te betalen. En omdat ik te gast was in hun land verloor ik deze strijd vaak.

Vlak voor ik mijn reis begon, nam ik via Facebook contact op met een Nederlandse jongen, Anne. Het bleek dat we een aantal gemeenschappelijke vrienden hadden, maar ik had hem nog nooit gezien. Nog geen twee weken later stond ik in Chengdu op de hoek van een drukke straat op hem te wachten. Anne nam me mee naar een eettentje waar hij vertelde over zijn ervaringen in Chengdu. Na het eten sprongen we op één van de fietsen uit het mobiele verhuursysteem, die Anne via een app van het slot liet springen. Even later stonden onze fietsen geparkeerd voor een verlaten winkelcentrum. De woonbuurt zag er nieuw en duur uit maar was hier en daar toch slecht onderhouden. We gingen naar de 22ste verdieping van het gebouw waar een aantal rooftop bars waren, gelegen aan een hofje met woonhuizen. We liepen door naar het achterste barretje vol met hippe jeugd. Toen sloeg er een bekende walm in mijn gezicht: wietlucht. In Chengdu ergens op de 22ste verdieping werd tot mijn verbazing volop geblowd. Toen de hippe jeugd hoorde dat ik uit Amsterdam kwam riepen ze:
Welcome in Chengsterdam. Ik vroeg naar de oorsprong van het woord, maar geen van allen was ooit in Amsterdam geweest. Chengdu is altijd een centrum geweest waar dichters, kunstenaars, filosofen en wetenschappers bijeenkwamen. In theehuizen, parken en nu, in de 21ste eeuw, misschien wel op de 22ste verdieping van een verlaten winkelcentrum. Chengdu is progressief, maar ik denk niet omdat de stad zichzelf steeds opnieuw uitvindt. Het is een stad die misschien wel door de eeuwen heen zichzelf is gebleven, geïnteresseerd in elkaar en in de mensen van buiten. In Chengdu leeft je in het nu en in de toekomst terwijl de stad misschien al eeuwenlang zichzelf blijft.

Illustratie: Auke Triesschijn