Toen Vera Nitsche zo’n 5 jaar geleden verhuisde van Parijs naar Brussel, werd ze verrast door de onverwachte kanten van deze Europese hoofdstad. Samen met haar Braziliaanse echtgenoot, haar zoontje van 8 en dochtertje van 2, woont de in Duitsland geboren Vera in Etterbeek, een Brusselse buitenwijk vlakbij de kantoren van de Europese Unie. Voor haar werk aan de Université Sorbonne Nouvelle pendelt ze een paar keer per week tussen Brussel en Parijs. In dit artikel vertelt Vera wat volgens haar, Brussel zo bijzonder maakt.
Brussel, een stad met subtiele charme
Hiervoor woonde ik in Parijs. Vergeleken met Parijs is Brussel nou niet bepaald een stad waarin je voortdurend in verwondering rondwandelt. De charme van Brussel is discreet, de mensen zijn meer relaxt. Het was makkelijk om mensen te ontmoeten en vriendschappen te sluiten. Men is niet zo opgeslokt in een stressritme. De mensen in Brussel vind ik open-minded. Misschien is het vanwege de kantoren van de Europese Unie, maar heel veel mensen met verschillende culturele achtergronden komen naar Brussel om te wonen en te werken. Velen hebben geen vrienden of familie in Brussel en dat maakt, denk ik, dat men meer openstaat voor elkaar en sneller contact met elkaar maakt.
Brussel is een mix
Brussel is op allerlei vlakken een heterogene stad. Buurten onderscheiden zich niet. Straten wel. Er is verschil van straat tot straat. Je slaat een andere straat in en je begeeft je in een andere wereld: mensen zijn anders gekleed, de winkels zijn anders, het zijn hele andere mensen. Qua architectuur is er in Brussel veel variatie. Natuurlijk is er overal Art Nouveau te vinden maar gemixt met meer klassieke- en hedendaagse architectuur. Toeristen bezoeken meestal het stadscentrum: de Grote Markt, Manneke Pis. Zoals in veel Europese steden vind je overal in Brussel het gewicht van haar geschiedenis. Maar ik denk dat Brussel interessanter is om in te wonen dan te bezoeken. In Ixelles of Saint-Gilles wonen veel jonge mensen en er is een bruisend nachtleven. Wij wonen in Etterbeek, vlakbij de kantoren van de Europese Unie. Het is een buitenwijk waar veel gezinnen wonen. Er is onderling veel sociaal contact. Maar het is ook een buurt met veel cafés en restaurants, het is er lekker levendig. Niet te vergelijken met de Parijse banlieus waar bewoners alleen maar heen gaan om te slapen. Ze werken, eten en drinken overdag in het centrum van Parijs en gaan s’ avonds naar hun woning in de banlieu, alleen maar om te slapen.
Een kalme wereldstad
Ik vind Brussel een rustige stad en tegelijkertijd is het een metropool waar een hoop te doen is. In de parken in het centrum, zoals Parc Léopold en Parc du Cinquantenaire, zie je mensen sporten, eten en relaxen. Maar er zijn ook boerenmarkten midden in het centrum van Brussel, zoals op Place Flagey en Place Jourdan. De hedendaags art scene is goed vertegenwoordigd in de programmering van theaters en bioscopen. Het Théâtre National omarmt een nieuwe generatie toneelmakers uit binnen- en buitenland. Het cultuuraanbod is niet zo groot als in Berlijn of Londen, waar het vaak moeilijk kiezen is. In Brussel is er bijvoorbeeld één belangrijk festival voor een bepaalde kunstvorm, in plaats van vijf festivals die, zoals in sommige steden, ook nog eens allemaal op het zelfde moment plaatsvinden.
De Belgen in Brussel vind ik erg vriendelijk en aardig. Wij hebben meer Frans sprekende vrienden omdat wij geen Nederlands spreken. Maar mijn man heeft veel Vlaamse collega’s. Wat me trouwens opviel toen ik hier net woonde, was dat er veel Italianen in Brussel wonen en overal hoorde ik Spaans en Portugees. Door de Europese instituties en de sfeer van Europese broederschap is Brussel anders dan andere Europese steden. Brussel geeft een glimp van wat Europa zou kunnen zijn. Een positief beeld van samenleven, tolerantie en openheid. Niet van een realistisch Europa natuurlijk, maar een utopisch Europa.
Voor dit artikel werd Vera Nitsche geïnterviewd door Joline Lodewijks.
Foto: Saint-Gilles van Francisco Anzola