Geur!

Een geur kan je in de maling nemen: je ruikt iets, maar komt er niet op wat het is. Zulke problemen hebben we zelden met onze ogen. Moet je je voorstellen dat iemand je een vergiet laat zien, en dat je dan zegt: “Oh, zo’n eh… is het een hoedje? Nee, een steelpan? Het komt wel uit de keuken, volgens mij… Puntje van m’n tong!” De neus werkt anders, geur is een wonderlijk iets.

door Zwaantje van Klaveren

Een geur kan een berg aan herinneringen opwekken: het zogenaamde ‘madeleinemoment’ van de Franse schrijver Marcel Proust. Ik had zelf zo’n ervaring jaren geleden, in een oude boerderij langs de snelweg tussen Rotterdam en Delft, tijdens een zoektocht naar meer werkruimte. De eerste keer dat ik er binnenkwam en de plavuizen rook, stond ik ineens in het voormalige woonhuis van mijn oom en tante. Ik kon me hun hele woning voor de geest halen: de hoekbank en de haard, de kapstok in de hal, van de schommel in de tuin tot de keramieken knoflookpot op het aanrecht. Logeerpartijtjes bij mijn nicht, discolampen knutselen op de zolderkamer van mijn neef, alles stond me binnen een seconde helder voor de geest. En dat allemaal dankzij de geur van een vloer! Een kwartiertje later betraden we overigens een kamer dat waarschijnlijk jarenlang een hondenkraamkamer was geweest, ondanks het hoogpolig tapijt. Heel andere herinneringen drongen zich op: mijn eerste kater, een benedenwindse fietstocht langs een slachthuis…

Er zijn geuren die je associeert met iets waar het in wezen niets mee te maken heeft. Bij het Rotterdamse metrostation Maashaven ruikt het altijd naar versgebakken roomboterspritsen, al ruik je technisch gezien waarschijnlijk het bakken van ontbijtgranen in de naastgelegen fabriek. En soms kun je je wel half herinneren hoe iets ruikt, wetende dat je het meteen zult herkennen áls je het ruikt, maar toch niet precies meer weten hoe die geur was tot ‘ie zich aandient. De geur van pubers, bijvoorbeeld.
Je denkt meteen aan een combinatie van vieze sokken, klotsende oksels, vergeten deodorant doch een overdaad aan aftershave. Als iemand zegt dat het ergens naar de kleedkamer van een gymzaal op een middelbare school rook, heb je er meteen een idee bij. Pukkels en feromonen. En toch weet je pas echt weer wat de geur van een bende pubers is als zo’n roedel riekende tieners ineens langs je loopt.
Ik was onlangs in het Stedelijk Museum Schiedam. Terwijl ik de verhalen, voorwerpen en kunstwerken in me opnam was de geur ineens daar. En, hoe toepasselijk, bij de tentoonstelling ‘Familie’- ik dacht even dat er een performance begon. Een hele klas geurende hormoonbommen stormde door de museumzalen. Na de gymles in de kleedkamer met je eerste sport-bh lopen klooien, stiekem sigaretten roken in je tussenuur, naar de buurtsuper voor chips en andere vette broodvervangers, eeuwige vriendschap en liefdesverdriet. Nog voor ik ze zag dacht ik het al: oh ja, zó ruikt de puberteit.

De volgende ochtend zwom ik mijn wekelijkse baantjes in het zwembad om de hoek. Ik denk dat het de geurencombinatie moet zijn geweest van opdrogend haar, zwembadwater en verwarmde sportruimte, maar wellicht zit het ‘m in iets anders. Hoe dan ook: na het zwemmen, tijdens het aankleden, ruikt het altijd naar roze koeken. In welk zwembad dan ook. Ik ben niet de enige die dat vindt: mijn zusje associeert de geur van ik-ben-net-wezen-zwemmen óók met roze koeken. Na de zwemles mochten we altijd iets uit de automaat kiezen, u raadt al waar de voorkeur meestal naar uitging.
Ik sloeg een handdoek om mijn schouders en pakte mijn tas uit mijn kluisje. Terwijl ik het borgmuntje opborg werd ik ineens omringd door een groep drijfnatte basisschoolkinderen. Ze dribbelden achter een meester op blauwe plastic overschoentjes aan. Ik kon geen kant op. Aan de overkant van de gang stond een mevrouw in badpak. Droog nog, zij wilde van de kleedhokjes veilig oversteken naar de kluisjes. Hoe groot zijn die schoolklassen tegenwoordig?
Terwijl de kinderen giebelend langsglibberden, wist ik mezelf ertussen te wringen en belandde naast de mevrouw. “Ik wacht nog even,” zei ze lachend, “tot het overstekend wild voorbij is”. Ik vroeg me af hoeveel jaar het zou duren voordat deze kinderen ineens naar ontwikkelende zweetklieren zouden ruiken. Ruiken zwemmende pubers eigenlijk wel naar roze koeken? De snoepautomaat bij de uitgang had geen roze koeken, wel spritsen. Mmm, smells like Maashaven!