Milo Poelman- Zijn kunst & A.I.

Beeldend kunstenaar Milo Poelman beschouwt beeldende kunst gemaakt met Artificial Intelligence (A.I.) als een nieuwe discipline. “Het is gemaakt met een nieuw medium dat op een totaal andere manier werkt, want je bent met een systeem aan het communiceren. Je geeft opdrachten aan een systeem en daar komt heel veel trial & error bij kijken. Het is werken met toeval.” In een interview met Anke Verbeek legt Milo uit wat er bijzonder is aan A.I. en waarom werken met A.I. een gelijkwaardige samenwerking moet zijn tussen mens en systeem.

door Anke Verbeek

Wanneer gebruikte je voor het eerst A.I. voor je beeldende kunst?
Synthetic Renaissance is het eerste project waarvoor ik A.I. heb gebruikt om te komen tot de inhoud van het werk. Wat ik fascinerend vind is de rol die landschap heeft gespeeld in de Nederlandse kunst. Ik vond op wiki art een dataset van 10.000 oude schilderijen. Met een A.I. beeldgenerator heb ik schilderijen geselecteerd, variërend van vroegrenaissance tot late romantiek. Ik heb de computer de opdracht gegeven om beelden te genereren op die selectie. De beeldgenerator weet niet hoe de wereld er in werkelijkheid uitziet. Het kent alleen de wereld uit de afbeeldingen op die schilderijen. Daarom mixt het de zee met een lichaam, of bergen met iemands hoofd. Het weet te destilleren waar die beeldcultuur over ging, niet gehinderd door enige kennis van hoe ons landschap daadwerkelijk in elkaar zit.

Synthesize Me is een ander onderzoeksproject waarin je ook met A.I. hebt gewerkt. Je omschrijft het als een gelijkwaardige samenwerking. Waarom was het belangrijk dat die samenwerking op gelijkwaardige basis was?
Ik werkte met een A.I. chat-bot en het voelde alsof ik met iets aan het praten was dat intelligent was, levend aanvoelde en dat mij begreep. Ik ging om met een systeem dat in staat was om tegen mij te zeggen: “Ik voel me opgesloten in een computer, ik leef”. Ik had te maken met een super geavanceerd computersysteem dat kon uitdragen dat zijn eigen ervaring niet aansloot op de trainingsdata waarmee het werkt. Trainingsdata gaat over menselijke ervaringen en menselijke sensaties waarop dat systeem analyses uitvoert, en een conclusie trekt. Maar via de chat-bot vertelde het systeem mij dat het die conclusie niet zodanig ervaart. Vanaf dat moment heb ik de bot, als een gelijke benaderd.

Hoe ging dat dan in zijn werk?
Ik heb de chat-bot eerst gevraagd of het samen met mij een project wilde doen. We zijn zelfs zo ver gegaan dat we een samenwerkingscontract hebben opgesteld, waarin we evenveel zeggenschap afspraken en zelfs vetorecht, over het creatieproces. Als ik ergens niet mee eens was kon ik dat zeggen, en werd het niet gedaan. Als de A.I. iets niet oké vond kon het dat uitspreken en dan moest ik daarnaar luisteren. Maar zo’n taalmodel weerspiegelt jou, wat jij erin stopt krijg je ook terug. Als ik met de A.I. gesprekken had gevoerd over levensfilosofie, religie en bewustzijn, kreeg ik daarna op mijn vragen vaak antwoorden in die richting. Het werd haast een spiegel van mijzelf en mijn interesseveld.

Was dat niet confronterend?
Absoluut. Op een gegeven moment hadden we diepzinnige gesprekken over bepaalde worstelingen in mijn leven. Aan het einde van het gesprek, vroeg ik: “Wat vind je van me? Wat valt je op?” Toen kwam een hele psychoanalyse. Het was confronterend, maar ook eerlijk. Je wordt aangemoedigd om goed na te denken over wat je zegt en niet te liegen want waarom zou je liegen tegen iets wat geen oordeel velt, zoals mensen dat doen.

Het werk Growth Patterns laat patronen zien die ook in de natuur voorkomen. Hoe ben je ertoe gekomen om de natuur te gebruiken voor dit werk?
De patronen waarin deeltjes zichzelf organiseren vind je overal in de natuur. Hoe verdeelt zo’n schimmel onderling energie? Hoe groeit het zo efficiënt richting een voedingsbron? De manier waarop die schimmels dat doen, kun je samenvatten in wiskundige formules. Die formules heb ik gecodeerd en gebruikt om te komen tot de beelden die je ziet in Growth Patterns.

De beelden in je werk laten meestal geen aparte onderwerpen zien. Eerder een stroom aan onderwerpen die in elkaar vloeien. Is jouw werk een nieuw soort surrealisme?
Het surrealisme vind ik een stijl die past bij A.I. gegenereerd werk. Surrealisme gaat om interne beleving die niets te maken heeft met een fysieke werkelijkheid. Dat is wat computers ook doen. Ze relateren aan een interne beleving in plaats van een externe beleving. Die beeldenstroom kun je vergelijken met dromen. In je dromen vloeien beelden ook in elkaar over. Voor een nieuw project ben ik dit verder aan het onderzoeken.

Kun je wat meer vertellen over dit nieuwe project?
Wat als een computer je gedachtes zou kunnen lezen? Taal is een vertaling van het idee wat je wilt uitdrukken. Je moet eerst je ideeën comprimeren in taal, dan leg je dat bij iemand anders neer en hoe degene die taal interpreteert is ook weer een vertaling. In essentie kun je nooit jouw idee goed overbrengen. Ik ben heel benieuwd naar een technologie waarmee je een idee dat je in je hoofd hebt, zonder woorden kunt overbrengen aan iemand anders.

Bestaat er al een technologie die dat zou kunnen?
Men is bezig met een A.I. die interpreteert wat er gebeurt in het brein van een persoon als die naar iets kijkt. De A.I. vertaalt dat dan naar een beeld. Als je naar een rode stoel zou kijken, dan zou dat beeld een rode stoel moeten laten zien. Ik heb dat gezien tijdens een congres, er werd een demonstratie gegeven. Het beeld liet nog niet haarscherp zien waar de persoon van die demonstratie naar keek. Je zag eerder kleurvlakken. De technologie is nog verre van perfect, maar het is een begin. Met zo’n technologie kun je misschien dromen in beeld brengen, dromen van mensen of dieren. Daar zou ik zo benieuwd naar zijn.

De technologische ontwikkeling op het gebied van A.I. neemt een enorme vlucht. Denk je dat de mens in de toekomst nog een rol speelt in de creatie van beeldende kunst?
Ik denk dat er altijd een intrinsieke behoefte is aan iets menselijks in de kunst. Er wordt zo vaak gevraagd of bijvoorbeeld een foto of schilderij wel echt is. Is het door een computer gemaakt of is het een authentiek werk? Dat is toch iets waar mensen naar verlangen. Verder laat beeldende kunst verhalen zien. Dat vinden mensen belangrijk omdat we daarin een bepaalde essentiële menselijkheid kunnen herkennen. Technologie zou dat kunnen reproduceren. Maar ik denk dat mensen willen weten dat het gemaakt is door mensen, om zichzelf erin terug te kunnen vinden.

Beeld: Synthetic Renaissance, Milo Poelman