POM Magazine

POM Magazine, Magazine voor Stijl & Cultuur

POM Magazine

Rotterdam-hotelvakantie in eigen stad

Om te ontdekken hoe een hotelvakantie in eigen stad voelt, boekte ik een natuurhuisje op een eiland in de Bergse Plas in Rotterdam: de Island Cabin. Nu wil het dat mijn vriend Jim en ik vorige maand naar een dorp net buiten Rotterdam verhuisd zijn. Technisch gezien is Rotterdam niet meer onze woonplaats, maar dat mag de pret niet drukken. De Maasstad voelt nog steeds als ónze stad, en na drie maanden verbouwen, verhuizen en weer verder verbouwen zijn we best toe aan een uitje. Island Cabin is niet voor één nacht te boeken dus boekten we er twee. We mogen er maandag vanaf 16.00 uur in en op woensdag moeten we om 12.00 uur weer weg zijn. Na een vroeg aangevangen thuiswerkdag krijgen we bericht dat de cabin al schoon is en dat we ook iets eerder mogen komen. We ronden snel ons werk af, lunchen wat en gaan onze spullen pakken. We moeten woensdagmiddag allebei weer acte de présence geven op kantoor- en bijbaan. Laptops en toebehoren gaan dus mee in de meest waterdichte rugtas die we hebben. Omdat we niet lang weg zijn, denken we dat het allemaal gaat passen in twee tassen. Dat is fijn, want onze heenreis mag kort zijn, ze eindigt met een heel bijzonder vervoersmiddel. We gaan overnachten op een eiland en daar komen we… per waterfiets!

door Zwaantje van Klaveren

Niet al te veel meenemen is dus het devies. We beginnen met inpakken. Een set schone werkkleren, een zooitje ondergoed en sokken, tandenborstels en douchefris: het hoeft allemaal niet veel ruimte in te nemen. Oh ja, de verrekijker gaat natuurlijk mee. Laten we ook een paar Donald Duckies in de tas steken. Goed, toch ook een leesboek. En ik kan mijn tekenspullen ook niet thuislaten, het schijnt daar prachtig te zijn. Opladers mee? Ja, opladers mee. Oh, misschien de EHBO-etui, je weet maar nooit. Hebben we een spelletje? Pak de yahtzeebeker maar, die is lekker klein. Zijn we er zo? Oh ja… nee dus. De boodschappen. We hebben geen idee hoe het waterfietsen gaat, dus we willen alles in één ruk meenemen. We baseren wat we willen eten en drinken deels op hoe makkelijk het te vervoeren is. Rond half drie staan we minder licht bepakt dan de bedoeling was te wachten op de metro: de twee rugtassen, én twee linnen boodschappentassen vol. Ik biecht op dat ik voor de zekerheid een tweede fles wijn in mijn tas heb gestoken. Mijn vriend begint te lachen: “Ik ook!”
Bij Centraal Station aangekomen, komt de tram aangereden wanneer wij aan komen lopen; dat zit niet tegen! In een mum van tijd stappen we weer uit. We lezen de instructies nog eens door: daar rechtdoor, daar naar rechts, door het hek de steiger op. We zien de waterfiets dobberen onder een oude treurwilg. Het regent al dagen af en aan, en donkere wolken trekken ook nu weer samen. Hoewel de eigenaar nog even heeft staan hozen in de waterfiets voor onze aankomst, ben ik blij dat ik twee lege plastic tassen in mijn zak gestoken heb. Na een beetje gewiebel en geschipper zitten we, met tassen en al, in de waterfiets. De bips droog op het plastic, de voeten op de pedalen – en daarmee de knieën enigszins in de buik gedrukt, we zijn allebei lang van stuk en stevig van bouw. Dat geeft trouwens niets, het fietsen gaat vlot en voor we het weten zijn we bij de plaats van bestemming aangekomen.

Alles is tiptop geregeld. Duidelijke route-, aanmeer- en sleutelinstructies zorgen ervoor dat we vlak voor de volgende bui binnen staan. We zijn meteen onder de indruk. Iedere vakantiehuiseigenaar zegt natuurlijk op de website dat het huisje smaakvol is ingericht, van alle gemakken voorzien en dat het uitzicht schitterend is, maar dat dat in dit geval echt waar is staat buiten kijf. De langgerekte, zwartstalen keuken heeft een lange houten bar met bruinleren bank erachter, en mondt uit in een lederen loungehoek met houtkachel. De lange zijde van het huisje bestaat bijna helemaal uit glas. We kijken uit over de houten vlonder, waar we banken, stoelen, een hangmat en een pizza-oven ontwaren. Overal staan planten. Island Cabin is stoer, sfeervol en met oog voor detail ingericht. Binnen ontdekken we een beamer met scherm, we zetten een muziekje aan en zien dat er ook een fles wijn voor ons klaarstaat – de vierde dus, dat belooft wat. Zodra de boodschappen in en om de koelkast opgeborgen zijn verkennen we de slaap- en badkamer. Daarna schenken we onszelf een glaasje in en genieten van het uitzicht. Als je hier in de lente of zomer bent, kun je de schuifpui meters ver opentrekken en verleng je de ruimte met de hele vlonder. Wij genieten vandaag toch liever vanachter het glas. Het is hier behaaglijk. De grauwe ganzen, kuif- en wilde eenden zwemmen af en aan. Een stel merels lijkt een nest te bouwen in een boom verderop, roodborsten en allerhande mezen verkennen het terrein. Een groepje brutale halsbandparkietjes inspecteert de boel even, er worden wat pinda’s gepeuzeld. Goed idee, wij trekken ook een zak nootjes open.

Uitkijkend vanaf de vlonder zien we de Straatweg in de verte, maar we zien vooral veel stadsnatuur – zelfs in de winter is het hier heel groen. Vanaf andere huisjes varen af en toe motor- en roeibootjes op en neer. Bij de cabin ligt een sloep, die is te huur, maar wij houden het bij de waterfiets. Het is geen weer voor lange boottochten en bovendien zijn we hier maar kort. Terwijl het langzaam donker wordt, genieten we van de lampjes die aangaan in de verte. Heel soms hoor je een vliegtuig, en als je erop let kun je buiten de snelweg horen. Toch voelt het alsof we helemaal weg zijn uit de stad en alleen op de wereld zijn. In de verte branden feestelijke lampjesslingers en zien we een mooie fontein. De grauwe ganzen laten af en toe gakkend weten dat ze er nog zijn. We steken de haard aan en bakken pannenkoeken. Omdat het vakantie is trekken we nog een flesje open. We nestelen ons in de loungehoek, het voelt een beetje als een zitkuil – in onze optiek het hoogste compliment dat je een zithoek kunt geven. We besluiten een film aan te zetten. Het vuur zorgt voor extra warmte en sfeer. Het is genieten. We kletsen nog wat, en zoeken dan ons bed op.

’s Morgens is het heerlijk wakker worden: door de smalle ramen naast ons hoge bed zien we de zon opkomen. De vogels op het water laten ook duidelijk horen dat ze er zijn. We mikken wat broodjes in de oven, bakken een eitje en zetten een lekkere bak koffie – die laatste trouwens door de cabin voorzien. Het ontbreekt ons aan niets. Jim moet vandaag nog een stukje vanuit huis, nou ja, de cabin dus, werken. Hij wil daarom om 9 uur even inbellen. We besluiten dat dat ook best vanaf het water kan. We vegen met een handdoek de stoelen in de waterfiets droog en trappen de plas op. Wat een uitzicht, we hebben zelfs even een waterig zonnetje in het gezicht. De collega’s lachen verbaasd: “Jim, waar zit jij nou?!” “Oh, ik zit met Zwaantje op een waterfiets, op de Bergse plas. Hoezo?

Het is droog en niet al te koud, de zon piept af en toe door de wolken. We besluiten om met de waterfiets naar de kade te gaan en een rondje om de Bergse Achterplas te wandelen. We wandelen Hillegersberg door. Het is even wennen, want je bent ineens weer vanuit de natuur in de stad. Maar wij komen hier niet vaak, en het is leuk om dit stuk van Rotterdam weer eens te zien. Al slingerend lopen we de plas om. Ondanks dat we het gebied kennen, voelt dit als een stadswandeling op vakantie. Tevreden komen we weer bij de waterfiets aan. Eenmaal aangemeerd pakken we een zoutje en drinken we een glaasje. Het is ook wel weer heel lekker om terug te zijn. De avond laat zich samenvatten met de woorden lanterfanten, uitrusten en genieten. Er is niet veel meer te doen dan naar buiten kijken; wanneer de zon verdwenen is, kijken we naar de vlammen van de houtkachel. We keuvelen wat, luisteren muziek, kijken een aflevering 2 voor 12 terug… Tevreden kruipen we ons mandje in.

We worden wakker tijdens de Slag om de Bergse Achterplas: de Nijl- & Canadese ganzen vechten luidkeels om de eer en glorie van de veenplas. Wij moeten helaas na het ontbijt onze spullen alweer pakken. We rekken ons verblijf zo lang we aandurven. We moeten om 12 uur weg zijn, maar pakken om 11 uur de waterfiets. Straks gaat er nog wat mis, het blijft spannend! Dat was niet nodig, blijkt achteraf. We blikken terug op een fijn verblijf. De waterfiets bracht ons op de heenweg in één keer in de vakantiestemming, op de terugweg blijft het vakantiegevoel gelukkig ook nog even hangen. In een ander seizoen zou een korte vakantie hier nog leuker zijn: het water op of in, iets meer van de buitenlucht genieten. Normaal gesproken zijn wij meer kampeerders, of boeken we een eenvoudige kamer op fietsvakantie of andere doorreis. Dit verblijf was een stuk kostbaarder, maar dat was het dan ook wel waard. Je bent echt even helemaal weg. En de vakantiefoto’s op de waterfiets zijn nu al legendarisch. We hebben ons geen moment verveeld.

POM Magazine Instagram

Utrecht- hotelvakantie in eigen stad

Wanneer wordt een hotelovernachting nou zo’n mooie beleving dat het verblijf zelf een ware vakantie is? POM Magazine redactieleden gingen op zoek naar het antwoord met de volgende opdracht: vind een hotel in je eigen stad, boek een kamer voor één nacht, check zo vroeg mogelijk in en zo laat mogelijk uit. Verlaat in de tussentijds het hotel niet en kijk hoelang het duurt voordat je je gaat vervelen. In deze serie namen we in drie Nederlandse metropolen, een hotel onder de loep. Anke Verbeek vertelt in het tweede artikel van deze serie over haar hotelbeleving. Anke woont in Utrecht en samen met haar partner was ze te gast in Hotel BUNK Utrecht.

SLAPEN IN EEN KERK
Hotel BUNK Utrecht zit in een oude kerk midden in het centrum, maar de sfeer in BUNK is allesbehalve kerks. De stemming is luchtig en expressief. Overal in het gebouw vinden we op muren en deuren ludieke oneliners. Verder hangt BUNK vol popart kunstwerken met bijbehorende tekstbordjes waardoor het voelt alsof je een tentoonstelling bezoekt. BUNK zet de klassieke elementen van de kerk naar eigen hand. Het licht valt door de glas-in-lood ramen op de bonte inrichting en het kerkorgel hangt als pronkstuk in de eetzaal. De BUNK-ervaring is überhaupt erg instagrammable en lijkt de droom voor influencers en social media fanaten. De medewerkers zijn supervriendelijk en komen meteen naar je toe om je te helpen tijdens het inchecken en het bestellen in de bar en het restaurant. Er wordt rekening gehouden met Gen-Z gasten, je kunt bijvoorbeeld digitaal inchecken via een zelf-incheckbalie.

BUNK BIEDT SPEELSHEID EN HUMOR
De gasten worden aangemoedigd om een #BUNKetlist te maken, met dingen die je altijd al in een hotel hebt willen doen, zoals kamernummer bingo of een kussen-schreeuw sessie. Verder organiseert BUNK tentoonstellingen, lezingen, poëzieavonden, cabaret, lichtinstallaties, livemuziek, filmvertoningen en soms een expositie van een artist-in-residence. Mijn partner en ik kwamen speciaal voor een Jazz concert van de band Bob Roos, die optrad in het restaurant tijdens het diner. Het motto van het BUNK Restaurant is trouwens, “Voor ons menu vliegen we de hele wereld over”. Dat was niet gelogen, op het menu staan oneindig veel opties aan vlees-, vis-, en vegetarische gerechten uit diverse wereldkeukens. Elk gerecht heeft een eigen twist, met net een ander ingrediënt of andere manier van opdienen, maar alles blijft lekker toegankelijk. Alle gerechten hebben een vega of vegan versie. Speelsheid en grapjes vonden we ook op de menukaart zoals het gerecht: SEND LOVE TO KITCHEN -unlimited $ 0.00. Het koffie kopje is net zo ludiek. Wanneer je het kopje leeggedronken hebt, kun je op de bodem “hi pretty” lezen. De gasten wordt een tafel toegewezen: een chique versie van een lange picknicktafel waar we mochten plaatsnemen naast andere hotelgasten. Het is een concept waar ik fan van ben. Het geeft een huiselijke sfeer helemaal als de hotelkat zomaar gezellig bij je komt zitten. Alle tafels zaten vol. Door de inrichting, de kleuren, de kaarsjes en de Jazz act was de sfeer heel warm.

WAS ER EEN FATSOENLIJKE BAR?
Jazeker, met allerlei wijnen, bieren en cocktails. De bar kwam ‘s avonds tijdens het diner en concert helemaal tot leven. Op de derde verdieping is een mooie loungeplek op een balkon dat uitkijkt op het grandioze orgel. Hangend over de reling konden we bijna het hele hotel zien met zijn bezoekers en gasten. Wat ons opviel is dat het publiek zo’n beetje om de paar uur verandert. Toen we ‘s middags incheckten voerden Utrechtse flexwerkers de boventoon. Een paar uur later maakten ze plaats voor Europese reizigers. Aan onze linkerkant dineerden bijvoorbeeld twee Spaanse vriendinnen en rechts van ons een Engels gezelschap. De sfeer is levendig, casual-chique en gelukkig vol ontspanning en plezier, afgezien van het business etentje verderop in het restaurant.

HOE LANG DUURDE HET VOORDAT JULLIE JE GINGEN VERVELEN?
We checkten om drie uur ‘s middags in en hadden om acht uur het diner met Jazz concert gepland. In de tussentijd konden we het hotel ontdekken, drankjes drinken en een beetje loungen, maar dat was net niet genoeg om de tijd te vullen. Het hotel wordt in de middag vooral gebruikt door flexwerkers, waardoor je niet zo snel in een relaxte mood komt. We voelden ons bijna schuldig dat we niet aan het werk waren. Ik vond het jammer dat je niet naar een spa kon gaan, sporten of buiten terrassen. De kunsttentoonstelling hadden we snel bekeken en ons Jazz concert was meer voor de sfeer hoewel BUNK ook grote popconcerten organiseert, waarbij het restaurant verandert in een concertzaal. Het personeel vroeg aan ons wat we nog gingen bezoeken in Utrecht. BUNK lijkt meer gefocust op gasten die activiteiten plannen buiten het hotel. We hebben genoten van het kerkhotel met entertainment, zalig eten en een goede bar, maar er was net niet genoeg beleving voor een dagvakantie in eigen stad.

POM Magazine Instagram

Amsterdam- hotelvakantie in eigen stad

Wat is eigenlijk een hotel? Het is een gebouw waar je kunt overnachten. Het heeft meestal een restaurant, roomservice, receptionisten, een bar en een ontbijtkamer. Maar, wanneer wordt een hotelovernachting nou zo’n mooie beleving dat het verblijf zelf een ware vakantie is? POM Magazine redactieleden gingen op zoek naar het antwoord met de volgende opdracht: vind een hotel in je eigen stad, boek een kamer voor één nacht, check zo vroeg mogelijk in en zo laat mogelijk uit. Verlaat in de tussentijds het hotel niet en kijk hoelang het duurt voordat je je gaat vervelen. In deze serie namen we in drie Nederlandse metropolen, een hotel onder de loep. In het eerste artikel van deze serie vertelt Polly Parker over haar hotelbeleving in Amsterdam.

HOTEL JAKARTA AMSTERDAM
Achter het Amsterdamse Centraal Station, midden op het IJ ligt het Java Eiland. Het is een plek met een maritieme geschiedenis want tot de jaren ’70 voerden oceaanstomers hier af en aan. Daarna werd het een haven voor kunstenaars, hippies en krakers. Nu schittert Hotel Jakarta op dit bijzondere eiland, een gebouw van glas en staal in de vorm van een taartpunt. Door de vorm heeft het vanbinnen veel weg van een schip. Op elke etage komen de kamers uit op een galerij die uitkijkt op een binnentuin vol tropische planten en palmbomen die reiken tot de tweede etage. Alle galerijen eindigen in de “punt van de taart” waar je lekker kunt zitten in comfortabele fauteuils met uitzicht op het IJ en de binnentuin.

LOPEN IN DE TROPEN
Ik had een arrangement geboekt met de mooie naam “Lopen naar de tropen” inclusief één overnachting, een uitgebreid ontbijt, Indische rijsttafel in Café Jakarta en parkeren in de garage onder het hotelpand. Ik kwam met de auto en was blij dat er veel ruimte is vlak voor de hotelingang om even te parkeren, zodat ik kon inchecken en een parkeerkaart bij de receptie kon ophalen. Nadat ik mijn bagage naar de kamer had gebracht, ben ik op onderzoek uitgegaan in het hotel. Het was een warme meidag en wat opviel was dat er nergens in de gemeenschappelijke ruimtes airconditioning aanstond. Hotel Jakarta heeft een enorm glazen dak met panelen die tegen elkaar opengezet stonden waardoor er een aangename milde bries in het hele gebouw stroomde.

HOTEL JAKARTA HEEFT EEN IN-HOUSE BAKKERIJ
Op de begane grond vond ik Bakkerij Westers waar hotelgasten, maar ook buurtbewoners brood en gebakjes kunnen kopen. De bakkerij heeft in het hotel een lunchroom waar je koffie, thee, taart en sandwiches kunt bestellen. Ik nam thee en een gebakje dat er prachtig uitzag. Ik mocht zelf de thee samenstellen. In een hoek stonden enorme flessen en waar je theeblaadjes “kon tappen” in een stoffen theezakje. De thee was van uitstekende kwaliteit en er was voldoende keuze. Alles werd geserveerd in modern Delftsblauw servies. Na mijn theepauze wandelde ik door de ellipsvormige binnentuin dat een soort mini oerwoud is met tropische planten. Alle hotelkamers kijken uit op de binnentuin waardoor het lijkt alsof je op een luxe schip bent. Alleen kijk je niet uit op een zwembad maar op een oerwoud.

WELLNESS CENTER EN ZWEMBAD
Maar Hotel Jakarta heeft zeker een zwembad. Het ligt op de eerste etage en het heeft een glazen binnenmuur. De zwemmers kunnen door die muur het tropisch oerwoud zien en aan de andere kant het IJ. Overal staan ligstoelen die allemaal uitkijken op het water waar de schepen voorbijvaren. Het is een smal zwembad maar lang genoeg om baantjes te trekken. Het Wellness Center is ook op de eerste etage met toegang tot het zwembad, de sauna en de beautysalon. Ik had een rug behandeling geboekt van anderhalf uur. Het Wellness Center heeft hetzelfde interieur als de rest van het hotel, maar het is er wel een beetje klein. De behandelruimte vond ik wel weer ruim en de behandeling was uitstekend.

CAFE JAKARTA
Na mijn bezoek aan de beautysalon ging ik even naar mijn kamer om me om te kleden voor het diner in Café Jakarta, een groot restaurant met een enorme bar en een open keuken. De Indische rijsttafel was smakelijk, maar erg mainstream. Als liefhebber van Indisch eten mochten van mij de kruidenmixen in de rijsttafelgerechtjes meer eigen signatuur hebben. Maar ik begreep dat de chef de smaken zo toegankelijk mogelijk moet houden, toen ik zag hoe een Duitse dame aan de tafel naast mij, een weifelende blik wierp op haar bord met Rendang Daging en de ober vroeg wat het eigenlijk voor gerecht was dat ze had besteld. Gelukkig staan er ook Westerse gerechten als zalm, oesters en entrecote op het menu. De lokale gasten waren smaakvol geklede eindtwintigers en dertigers die met hun date chique wilden dineren, want de entourage van Café Jakarta is chique. Verder veel jonge Oost-Europese gasten die er mooi en stijlvol uitzagen. De groepjes Duitse en Engelse toeristen (Busreis? Cruise?) een paar tafeltjes verderop daarentegen zagen er in hun gekreukte kleding uit alsof ze aan het kamperen waren. Tip beste mensen: hoe meer je je best doet om er verzorgd uit te zien, des te hartelijker worden de obers. Grenzend aan het restaurant ligt aan het water een breed buitenterras waar je na het diner kunt genieten van je koffie of aperitief. Maar ik heb geen koffie op het terras genomen want ik ging op zoek naar de Skybar.

SKYBAR MALABAR
In de “punt van de taart” op de achtste verdieping zit Skybar Malabar. Ook hier veel hout en glas. Je kunt de lichtjes van de gebouwen aan de overkant van het water zien met in de verte het oude Amsterdam, terwijl aan de andere kant de lichtjes van Amsterdam Noord schitteren. Voornamelijk gesoigneerde veertig plussers kwamen hier nog even wat drinken. Ik denk dat op vrijdagavond en in het weekend meer jonge mensen komen. Maar er heerste die maandagavond een leuke vibe. Malabar serveerde veel cocktails met combinaties aan ingrediënten die ik nooit eerder op een drankkaart heb gezien (saté cocktail?). Ik heb net op internet even de drankkaart gecheckt en gelukkig staan er nu wel cocktails op die me lekker lijken. Maar tijdens mijn verblijf trokken het mij niet aan. In plaats daarvan heb een glas champagne genomen, aan champagne kun je geen buil vallen.

HOUTSNIJWERK!
Mijn hotelkamer had houten wanden en een houten plafond. Verder was er een open badkamer, een aparte wc en een garderoberuimte. De slaapkamer kon afgesloten worden van dit alles met een schuifpaneel waarin een groot houtsnijwerk van een Indonesische danser te zien was. Ook de nachtkastjes hadden houtsnijwerk in de schuiflades. In de hele kamer voerde de kleur beige de boventoon, van vitrages en overgordijnen tot de bekleding van de zitbank. Verder was de kamer goed geëquipeerd. Er was een strijkijzer, een föhn, een espresso apparaat, een waterkoker, een kluis, badjassen, slippers en twee plastic halve liter flessen met water. De waterflessen met Delftsblauw decoratie mocht je als souvenir meenemen, ik gebruik ze nog steeds. Mijn kamer had een balkon dat volledig met glas was afgeschermd want het waait non-stop op het Java Eiland.

HEB IK ME VERVEELD TIJDENS MIJN VERBLIJF?
Ik checkte in op een maandag om 16:00 en de volgende dag checkte uit om 12:00. Hotel Jakarta is een lounge hotel, overal kun je chillen. De kracht van dit hotel zit ‘m in de architectuur van het gebouw dat optimaal gebruikmaakt van het uitzicht. Of je nu wandelt door de binnentuin, ligt op een massagetafel of ergens zit in een fauteuil, op een saunabank of in een ligstoel- overal kun je genieten van een adembenemend uitzicht. Zelfs tijdens het baantjes trekken in het zwembad. De hotelmedewerkers zijn behulpzaam en door de inrichting, het eten en de binnentuin waan je je in Indonesië, even weg uit je eigen stad. Heb ik me verveeld? Geen seconde.

 

POM Magazine Instagram

Abonneer op onze nieuwsbrief

Door verder gebruik te maken van deze website gaat u automatisch akkoord met het plaatsen van cookies. Meer informatie Dit bericht verbergen