Wat is het toch met dresscode? Het voorschrift hoe je je dient te kleden is lang niet altijd zo overduidelijk als op de uitnodiging voor – laten we zeggen – een feestje. Het is een sociaal aspect, een community dingetje. Als je de plank misslaat, dan ‘hoor je er niet bij’. Overdressed zijn op feestjes is net zo erg als underdressed en dat geldt echt niet alleen voor vrouwen. Per slot van rekening slaan de officiële dresscodes als tenue de ville, black tie en white tie, allemaal op herenkleding. De passende dames outfits zijn daarvan af te leiden.
Als de dresscode nou maar beperkt blijft tot feestjes en partijtjes, dan is het allemaal wel te doen, google is your best friend. Maar het heerst overal. Op straat, op kantoor, bij je sociale clubs, bij het uitgaan. Het verschilt per stad, per locatie en per situatie. Vaak is ie er onderhuids, en hoor je het ‘gewoon’ te weten. Hoe dan? Dat kan alleen als je je in die specifieke omgeving beweegt. Anders moet je maar gokken en er het beste van hopen.Het is niet voor niets dat met enige regelmaat de schooluniform discussie weer oplaait: afwijkende kleding staat hoog in de top tien van redenen om gepest te worden. En niets, maar dan ook niets is erger dan buiten de groep vallen. We zijn en blijven kuddedieren, en als we eens goed in de spiegel kijken herkennen we allemaal wel die angst voor een kledingmiskleun. Hoe oud we ook zijn en of we nou van Mars of van Venus komen.
Soms kan het echt niet missen: dat je geen wit draagt op een bruiloft mits het je eigen is: volkomen helder. En in een Feijenoordshirtje op de F-side gaan zitten: GEEN goed idee. Maar laten we eens een regel nemen die overduidelijk lijkt: sportkleding naar werk doe je niet. Zeker niet als vrouw. Als je al op de racefiets of hardlopend naar je werk gaat, waar dan ook, je kleedt je om. Tot je een keer een bijbaantje hebt bij een postsorteercentrum, je door het weer gedwongen bent een winterfietsbroek aan te trekken, je die in de plee wil vervangen en dan te horen krijgt: “Hoezo? Kicken broek toch, gaaf stofje en cool, van die lichtgevende naden.”
De kledingvoorschriften op kantoren dan? Makkelijker, denk je. Formeel, met hooguit het verschil in de kleine details: of huidkleurige panty’s kunnen, felle kleuren, welke das of schoenen done of not done zijn.
Maar… per sector kan het verschillen! In de culturele wereld hoeft kantoor personeel niet per se in pak tenzij ze naar iets belangrijks gaan. Bij een webdesign bedrijf moet je er bij wijze van spreken weer als een sociaal gestoorde bèta-nerd uitzien om erbij te horen. En waarom krijgen we allemaal bij professoren meteen het beeld van tweedjasjes, coltruien en ribbroeken? Juist.
Advocatenkantoren dan? Kat in het bakkie: strak in het pak. Nee hoor. Ik ken een advocaat intellectual property die gympies en spijkerbroek met jasje draagt. Om zijn cyber-cliënten op hun gemak te stellen. Terwijl een verdieping hoger de corporate afdeling zich volledig in krijtstreep, liefst ook nog driedelig, hult. Zelfde kantoor, hemelsbreed 3,5 meter afstand.
Wat het helemaal ingewikkeld maakt is dat je outfitkeuze zelfs binnen dezelfde sociale omgeving subtiel zou moeten verschillen, afhankelijk van de locatie bijvoorbeeld. Arty-farty of in spijkerbroek met gympies naar een klassiek concert gaan kan in het muziekgebouw aan ’t IJ prima, in het Mokumse concertgebouw loop je daarmee het risico de indruk te wekken dat je TOT de culturele wereld behoort. Of dat je op zijn minst zo’n hardcore concertbezoeker bent dat je niet langer de moeite neemt om je aan te passen. Sterker nog, het verschilt binnen datzelfde instituut ook nog eens per concertserie. Voor de Zondagochtend gelden andere codes dan bij het KCO publiek.
Nog zoiets: dresscode en macht. Wist u dat de President van de Verenigde Staten nooit een overjas hoort te dragen? Zo laat ie zien dat ie sterk is. Geen enkele POTUS heeft het ooit aangedurfd om die ongeschreven wet met voeten te treden. Tot Obama. Het meest bizarre is dat het omverschoppen van dit heilige huisje zijn reputatie van sterk leidersfiguur juist bevestigt. Dus heel zelden slaagt iemand er wel in om los te breken, door een combi van heel veel lef, een overdosis aan charisma en een vanzelfsprekend zelfbewustzijn: allen kenmerken van een geboren leidersfiguur. Voor de rest van ons mindere goden blijven de regels van onze soort gewoon bestaan, waardoor we gedwongen zijn de kudde te volgen waar we op dat moment deel van uitmaken. Voor velen een geruststellend gevoel. Niks mis mee. Voor de paar mensen die graag denken uniek en onderscheidend te zijn: ook jij bent wat je draagt. There is no such thing als 100% individualisme. Dresscode is overal.Hoe deprimerend of gekmakend dat ook moge zijn.