Dimensie drift van Eva Kreuger

Een foto is voor beeldend kunstenaar Eva Kreuger het startpunt van een onderzoek naar dimensies. Zelfs een fysieke ruimte wordt door Eva stevig aangepakt en platgeslagen tot iets tweedimensionaals, voordat het ergens weer als een ruimtelijk object staat te schitteren. In een interview met Anke Verbeek vertelt Eva over haar werk, inspiratiebronnen en haar bijzondere creatieproces.

door Anke Verbeek

Je studio speelt een belangrijke rol in je werk. Wat is jouw relatie met je studio?
Een paar studio’s geleden huurde ik antikraak een atelier in een flatgebouw dat omringd was met kantoorpanden die op dat moment werden afgebroken. Er gebeurde veel in die omgeving. Aan de overkant van dat pand ging bijna dagelijks een kantoorgebouw plat. Hierdoor zag de omgeving er elke dag weer anders uit. Ik begon te werken met de ruimte zelf en met het 20 verdiepingen hoge kantoorpand dat halfleeg stond. Na dat gekke kantoorpand ben ik steeds weer verhuisd naar andere studio’s, op andere locaties. Daar begon ik ook weer te werken met alles wat elke nieuwe ruimte te bieden had.

Je werkt vanuit een archief. Hoe komt zo’n archief tot stand?
Ik verzamel vooral analoog materiaal dat ik op Marktplaats vind of in kringloopwinkels. Daar koop ik dan een doos met dia’s of analoge printjes waarmee ik aan de slag ga. Ik bewerk en kopieer ze met oude printers en oude kopieermachines. Ik zoek beelden die me aanspreken en daarmee voed ik het archief.

Wanneer spreekt een beeld jou aan?
Ik ga vooral op zoek naar beelden die niet een duidelijk onderwerp hebben zodat er veel ruimte is voor interpretatie. De laatste tijd staan er nooit meer mensen of gebouwen op, dat was in het begin wel zo. Het gaat nu meer om de materialiteit van de foto zelf. Ik zoek steeds vaker afbeeldingen van natuur en van structuren. Die afbeeldingen scan ik in en zoom daarna in op de pixels, op de print en op het grit van de print. De afbeelding zelf begint steeds minder belangrijk te worden en het materiaal van de foto zelf des te meer.

Vind je daarom analoge fotografie interessant, omdat het een andere materialiteit heeft?
Klopt en daarbij is online zoeken lastig. Om te zoeken in online databases moet je altijd een trefwoord invoeren. Ik vind het juist fijn om te zoeken in zo’n doos met zomaar wat spullen van iemand die je niet kent. Er kan echt van alles inzitten, het is elke keer een verrassing. Ik heb nu een grote doos gevonden vol dia’s die in kleine doosjes zitten. Af en toe pak ik gewoon zo’n doosje en dan scan ik een paar afbeeldingen in. Dat proces van verwondering vind ik heel belangrijk: het openmaken van een doosje en daarin beelden ontdekken. Die verwondering heb ik tot nu toe niet ervaren wanneer ik zoek naar een digitaal beeld of wanneer ik zoek in online archieven.

Je bewerkt en kopieert beelden, wat is zo bijzonder aan een kopie?
Een kopie zou in principe een waardeloos beeld moeten zijn, want het is niet het origineel. Maar als je printer een beetje kapot is of je kopieert hetzelfde beeld heel vaak, dan zitten er altijd foutjes in of kleurverschillen waardoor zo’n kopie op zichzelf weer een origineel wordt. Die relatie tussen het origineel en de kopie vind ik fascinerend. Daarbij brengt kopiëren je weer terug naar de materialiteit van fotografie. Door een hele stapel kopieën te maken van hetzelfde beeld krijg je weer een heleboel fysiek materiaal waarmee je kunt gaan werken.

Gaat het voor jou om wat er op de foto staat? Of gaat het eerder om het experimenteren met kopiëren?
Wanneer ik nieuw beeldmateriaal zoek voor een installatie let ik op structuur en kleur. Maar tijdens exposities zet ik vaak een printer in de expositieruimte. Ik fotografeer dan de installatie die daar geëxposeerd wordt of ik fotografeer de expositieruimte. Daarna ga ik ter plekke met die printer aan de slag en bewerk ik de afbeelding op de foto’s die ik net gemaakt heb. Op dat moment gaat het juist wèl weer om wat erop de foto staat, omdat het specifiek te maken heeft met die locatie.

Je maakt installaties waarin je kopieën van fotoafbeeldingen verwerkt tot een ruimtelijke werk. Waarom maak je installaties?
Ik werk nog steeds veel op mijn laptop en ik miste op een gegeven moment de ruimtelijkheid. Toen ben ik me gaan verdiepen in installaties. Het is fijn als er wat gebeurt in de ruimte en een driedimensionaal object stimuleert je om er omheen te lopen. Het object gaat op die manier een relatie aan met de toeschouwer.

Hoe transformeer jij een platte foto tot een ruimtelijk werk?
Ik begin altijd met het beeld, met de platte foto, daarmee ga ik aan de slag: bewerken, kopiëren, printen, uitknippen of nog een keer inzoomen. Dat levert weer materiaal op waarmee ik iets kan bouwen. Dat fotografeer ik dan weer. Het is een creatieproces dat heen en weer gaat tussen twee- en driedimensionaal werk. Het uiteindelijk resultaat, de laatste vorm, kan tweedimensionaal of driedimensionaal uitpakken. Zelfs een ruimtelijk object blijkt soms beter te werken als afbeelding op een foto. Dan exposeer ik de foto van de installatie, in plaats van de installatie zelf.

Is een werk voor jou dan ooit af?
Niet echt denk ik (lacht). Ik ben nu al sinds 2020 met het studioproject bezig. Dat blijft steeds nieuwe vormen aannemen. Dus ik kan redelijk lang met dezelfde werken doorgaan.

Waarom blijft het studioproject jou zo lang boeien?
Het atelier is er natuurlijk altijd en ik kan elke keer weer een nieuw aspect van de atelierruimte uitlichten. Werken met de ruimte zelf, is een belangrijk onderdeel van het creatieproces. Als ik ergens exposeer, gebruik ik ook de expositieruimte als onderdeel van het werk zelf. Iedere keer als ik de kans krijg om ergens te exposeren, neem ik iets mee van wat ik daar heb gezien of gedaan. De expositieruimte is dus niet de laatste stap in het hele proces, maar vaak ook de eerste stap voor een nieuw werk. Dat gebeurt allemaal op het moment dat ik mijn werk in een (andere) ruimte neerzet.

Welke thema’s vind je belangrijk voor jouw werk?
Het gaat om de relatie tussen de studio en de expositieruimte, de toeschouwer en het werk, het creatieproces en het tentoonstellen, de fotografie en het materiaal. Een ander thema is de samenwerking tijdens het creatieproces. Voor een expositie in Finland hing een tekst in de expositieruimte over stenen. Een aantal mensen die naar de opening kwamen hebben spontaan kleine steentjes meegenomen en in de expositie gelegd. Dat vond ik supertof. Ik ga misschien onderzoeken of je een installatie zo kan vormgeven dat mensen uit zichzelf iets gaan toevoegen aan een werk.

Welke experimenten ga je binnenkort uitvoeren?
Vanaf eind oktober 2023 is er een tentoonstelling in Haarlem, in het gebouw Nieuwe Vide waar ik mijn atelier heb. Daar is een expositieruimte op de begane grond en mijn atelier is op één van de verdiepingen. Het is een perfecte gelegenheid om dingen uit te proberen met de relatie: atelier-expositie. Verder ben ik in een grafisch atelier aan het experimenteren met een risoprinter, wat voor mij een nieuwe manier van werken is. En dan ben ik even niet in mijn atelier, maar in een andere ruimte die wellicht nieuwe mogelijkheden biedt.